Over de fietssnelweg naar de Efteling

Van Tilburg naar Waalwijk loopt een heuse fietssnelweg. Bezoekers gaan over de F261 ‘met een big smile langs de file naar de Efteling’.

Sinds de officiële opening op 8 juli 2021 zoeven mensen over een heuse fietssnelweg van Tilburg of Waalwijk naar de Efteling. De snelweg voor fietsers heeft zelfs een passende naam: F261, parallel gelegen aan autosnelweg N261. De snelle route voor langzaam verkeer is overal vrijliggend, is gemaakt van rood asfalt en minimaal vier meter breed. De fietsers worden op de F261 nauwelijks gehinderd door verkeerslichten, kruisingen en ander verkeer. Zo kruisen de tweewielers door een tunnel de drukke kruising van de Horst met de Europalaan, de toegangsweg naar de Efteling. De aanleg van die onderdoorgang was het eerste werk aan de F261 dat uitgevoerd werd. De fietstunnel vlakbij het Efteling Hotel opende op 1 mei 2019.

Bewegwijzering langs fietssnelweg F261 – Foto: © Adri van Esch

Voor toeristen en forenzen

Toeristen en dagjesmensen kunnen door in plaats van met de auto over de N261 te rijden snel en comfortabel hun camping, hotel of de Efteling bereiken via de F261,ook wel Hart van Brabantroute genoemd. Maar ook voor de inwoners van de streek en werknemers van de bedrijven in de regio biedt de F261 uitkomst. Ongeveer 1200 medewerkers van de Efteling wonen in de aanliggende gemeenten Loon op Zand, Tilburg en Waalwijk. De Efteling stimuleert actief dat het personeel de auto thuis laat en de fiets naar het werk neemt. Bezoekers van de Efteling kunnen hun fiets eenvoudig stallen in de grote omheinde fietsenstalling pal naast de hoofdingang. ANWB-bordjes wijzen de fietsers de weg naar deze onbewaakte stalling. 

Wayfinding

De bewegwijzering van de nieuwe snelfietsroute is bijzonder en zelfs een voorbeeld voor heel Nederland. Door de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling en aanleg van de fietssnelweg – de provincie Noord-Brabant, de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand en Tilburg, hogeschool NHTV in Breda en het adviesbureau Mijksenaar – is onderzocht hoe de ‘wayfinding’ op zo’n snelle route het beste kan worden vormgegeven. Hoe geef je aan fietsers die flink tempo maken het beste de richting aan? Hoe laat je zien waar zij zich bevinden op het traject en waar zij een afslag moeten nemen? Om dat uit te vinden werden twee concepten ontwikkeld: één dat lijkt op de huidige wegbewijzering voor fietsers en een nieuw concept dat iets wegheeft van hoe in metrostations de routes worden aangegeven.

Bebording in 'metrostijl' op de F261 richting Efteling

Landelijke standaard

De twee concepten voor de bewegwijzering kwamen uit de koker van het bekende Amsterdamse bureau Mijksenaar, dat onder meer verantwoordelijk is voor de ‘wayfinding’ op Schiphol. Uit onderzoek naar de nieuwe bewegwijzering voor de F261 bleek dat het ‘metroconcept’ beter aansloeg dan het traditionele concept. De Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) van Rijkswaterstaat in Utrecht – die zorgt dat er geen wildgroei ontstaat in wegwijzers op de Nederlandse wegen – heeft toestemming gegeven om het ‘metroconcept’ als pilot op de F261 toe te passen. Bij goede resultaten kan het concept toegevoegd worden aan de landelijke standaard. Dan zullen we de Brabantse borden in heel het land gaan terugzien.

Bewegwijzering langs fietssnelweg F261 naar de Efteling – Foto: © Adri van Esch

Langs de file

De 16,3 kilometer lange fietssnelweg loopt van het Centraal Station in Tilburg tot in Waalwijk, waar de F261 aansluit op de F59, het nog in ontwikkeling zijnde snelle fietspad dat door Drunen en Vlijmen naar ’s-Hertogenbosch moet voeren. In Tilburg kunnen fietsers de F58 nemen, richting Breda. Wethouder Gerard Bruijniks van de gemeente Loon op Zand – waartoe Kaatsheuvel behoort – is ervan overtuigd dat toeristen de F261 omarmen. “Mensen die in de regio verblijven kunnen met bijvoorbeeld een huurfiets lekker gaan shoppen in Tilburg of het vestingstadje Heusden bezoeken. En ze kunnen met een big smile langs de file naar de Efteling.”

Het verkeer zit niet altijd mee
De Efteling van A tot Z

2018-2021 © Tekst en foto’s: Adri van Esch

Meest bezochte parkprofielen